Franchisegever wees op uw hoede:

Wet inzake handelshuurovereenkomsten integraal van toepassing op uw verkooppunten in Wallonië, zelfs in het kader van franchise en andere commerciële samenwerkingsverbanden

Bent u franchisegever en beschikt u over verschillende verkooppunten verspreid in België uitgebaat door zelfstandige franchisenemers? Of baat u als zelfstandig franchisenemer een verkooppunt in Wallonië uit?

Is er naast een franchiseovereenkomst tevens sprake van een (onder)huurovereenkomst, gesloten tussen de franchisegever en de franchisenemer?

Dan zijn er een aantal nieuwigheden in de wet en aandachtspunten waar u best rekening mee houdt.

1. Voor verkooppunten in Wallonië zal de huurovereenkomst die samen met een franchise overeenkomst wordt gesloten, voortaan beschouwd worden als een autonome handelshuurovereenkomst.

De handelshuurovereenkomst is onderworpen aan een aantal specifieke – dwingende – voorschriften opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, onder meer inzake duurtijd en mogelijkheden tot beëindiging en hernieuwing.

In Vlaanderen blijft de oude regeling, waarbij vrij algemeen wordt aanvaard dat binnen het kader van franchiseovereenkomsten kan worden afgeweken van de dwingende bepalingen van de handelshuurwet, van kracht.

2. Enkel wat het Waals Gewest betreft, werden er recent een aantal nieuwe bepalingen toegevoegd in artikel 1 van de Handelshuurwet.

Het toepassingsgebied van de Handelshuurwet wordt uitgebreid als volgt:

Deze afdeling is ook volledig van toepassing op de huurovereenkomsten gesloten in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst zoals bedoeld in artikel I.11, 2° van het Wetboek van Economisch Recht van 28 februari 2013.

Tevens wordt uitdrukkelijk het volgende voorzien:

Elk beding dat uitsluitend betrekking heeft op de lokalen die voor de exploitatie van een bepaald merkteken worden gehuurd, worden als ongeschreven beschouwd.

3. Bijgevolg wordt thans expliciet bepaald dat de dwingende bepalingen van de handelshuurwetgeving van toepassing zijn op huurovereenkomsten die gesloten worden in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst, waaronder in elk geval franchisecontracten.

Handelshuurovereenkomsten waarvan voorheen kon worden verdedigd dat ze accessoir of ondergeschikt waren aan een franchiseovereenkomst, bestaan voortaan autonoom, zijn volledig onafhankelijk van de franchiseovereenkomst en zijn onderworpen aan de dwingende bepalingen van de handelshuurwetgeving (onder meer wat de duur ervan betreft en de mogelijkheden tot beëindiging ervan).

De wetgever wil hiermee vermijden dat aan een handelshuurovereenkomst geraakt zou worden door een eventuele beëindiging van de franchiseovereenkomst.

Zowel de franchisegever (als verhuurder of hoofdhuurder) als de franchisenemer (als huurder of onderhuurder) zullen gehouden zijn om de specifieke wettelijke bepalingen van de handelshuurwetgeving te respecteren, zelfs op het ogenblik dat de franchiseovereenkomst een einde zou nemen.

Bovendien zal het niet meer mogelijk zijn om contractueel een bestemmingsclausule op te nemen waarbij de gehuurde lokalen enkel en alleen kunnen gebruikt worden in het kader van de uitvoering van de specifieke franchiseovereenkomst en onder het logo en het enseigne van de franchisegever.

4. Kunnen deze nieuwe bepalingen voor u, als franchisegever of franchisenemer, van belang zijn? Uiteraard.

Het is gebruikelijk dat in franchiseovereenkomsten en/of samenhangende (handelshuur)overeenkomsten een aantal bepalingen worden opgenomen op grond waarvan de beide overeenkomsten aan elkaar gekoppeld worden en waarin voorzien wordt dat de handelshuurovereenkomst accessoir is aan de franchiseovereenkomst en in elk geval een einde zal nemen op het ogenblik dat de franchiseovereenkomst eindigt.

U zal er rekening mee dienen te houden dat, wat de verkooppunten in het Waals Gewest betreft, dergelijke bedingen niet langer afdwingbaar zijn.

5. Het spreekt voor zich dat één en ander tot vervelende situaties kan leiden. Wij illustreren dit aan de hand van twee voorbeelden.

Verkooppunten met een strategische ligging dreigen verloren te gaan. De franchisenemer kan immers een hernieuwing van de handelshuur vragen, terwijl de franchiseovereenkomst een einde neemt op de contractueel voorziene eindduur.

Waar de Waalse wetgever de intentie had om de huurder te beschermen, stellen wij overigens vast dat de huidige regelgeving ook het omgekeerde effect zou kunnen hebben. Indien de franchiseovereenkomst voorziet in een niet-concurrentieverplichting in hoofde van de franchisenemer gedurende een bepaalde periode na het einde van de samenwerking en de franchiseovereenkomst een einde neemt voor de huurovereenkomst, dan zal de franchisenemer gehouden zijn deze verplichting te respecteren, ook betreffende activiteiten ontwikkeld in het gehuurde pand.

Zelfs indien er geen sprake zou zijn van een niet-concurrentieverplichting in hoofde van de franchisenemer, kunnen de bepalingen van de handelshuurovereenkomst de franchisenemer trouwens verplichten om, in geval van een aanpassing van de activiteiten in het verkooppunt, te beschikken over het voorafgaandelijk akkoord van de verhuurder/franchisegever.

Eén en ander kan leiden tot in de praktijk onwerkbare situaties.

6. In de mate dat u, als franchisegever, beschikt over verkooppunten in het Waals Gewest, zal u in elk geval met voormelde regelgeving rekening dienen te houden en mogelijks uw standaard franchise- en/of handelshuurovereenkomst dienen aan te passen.

Daarbij komt dat met ingang van 1 december 2020 een aantal nieuwe wettelijke bepalingen in werking treden omtrent onrechtmatige bedingen opgenomen in contracten tussen ondernemingen. Deze bepalingen zullen gelden voor elke onderneming in België.

In een latere nieuwsbrief komen we hierop terug.

Bij eventuele eerdere aanpassingen van uw overeenkomsten wordt best reeds geanticipeerd op dit komend recht.

CONTACTPERSONEN

KOEN DE BOCK

Advocaat

JULIE DETEMMERMAN

Advocaat